Beleid

Voor een duurzaam effect van de sterke punten benadering (spb) is het van belang dat een visie op talentontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van medewerkers is geformuleerd en hier beleid op wordt ontwikkeld. Dit beleid moet aansluiten bij wat je met de spb beoogd. Dit kan bijvoorbeeld zijn het verbeteren van de samenwerking, het versterken van de innovatie of het (kunnen) doorvertalen van de spb naar studenten.   

STIP AAN DE HORIZON, STRATEGIE UITSTIPPELEN EN DRAAGVLAK CREEREN  

Uit de jaarverslagen (onder de noemer van strategisch personeelsplanning, HRM/HRD en dergelijk) blijkt dat duurzame inzetbaarheid van medewerkers bij de meeste mbo-instellingen een beleidsprioriteit is. Dit komt tot uiting in concepten als wendbaarheid, vitaliteit, werkgeluk en ook talentontwikkeling. Uit onderzoek en praktijkervaring blijkt dat de kans op duurzame effect van deze concepten/interventies het grootst is indien:

  • er een stip aan de horizon is gezet (op basis van een visie);
  • een vertaling is gemaakt naar concrete acties en verschillende typen maatregelen worden genomen (met andere woorden: alle tegels van de routekaart worden benut) en deze interventies zowel betrekking hebben op het niveau van het individu als de groep;
  • medewerkers zowel bij het ontwikkelen van de visie als bij de uitvoering van acties zijn betrokken en sprake is van draagvlak en gedeeld eigenschap.

VERBREDEN, VERDIEPEN EN REGIE VOEREN

Als we kijken naar het mbo zien we dat toepassing van de spb vaak nog beperkt is tot adhoc acties bij één of enkele docententeams en opvolging (via onderzoek en reflectie) achterwege blijft. Hoe kun je na een kleine beweging een doorbraak maken? Kessels en Smit heeft hier onderzoek naar gedaan en geeft in het bijbehorende paper handvatten om mee aan de slag te gaan. Elke verandering begint bij bewegingsmakers; mensen die de verandering trekken. De beweging kan worden versterkt door te verbreden (het ‘besmettelijk’ maken van de beweging zodat andere ook zin krijgen om mee te gaan doen met de vernieuwingen) en verdiepen (Kennisontwikkeling en organisatievorming die nodig zijn om de beweging inhoud en vorm te geven). Regie voeren over een beweging vraagt dat je af en toe even 'erboven' gaat hangen: wie is al ingestapt?; wie nog niet?; waar zit energie?; wie zou je nu bij willen betrekken?; etcetera.

VIER ONTWERPSTRATEGIEN 

Desmet (2021) onderscheidt vier strategieën die helpen bij het structureel inbedden van interventies (in dit geval met betrekking tot de spb) in de werkomgeving.

  • Empathie. Verplaats je in de docenten(teams), hun ervaringen en behoeften. Bijvoorbeeld door het organiseren van ontmoetingen met docenten op de plekken waar de interventies worden uitgevoerd.
  • Participatie. Betrek docenten bij het ontwerpen van de interventies.
  • Spelen (gamification). Game-principes kunnen helpen om de motivatie en bevlogenheid van docenten te verhogen. Bijvoorbeeld door beloningen te introduceren, voortgang zichtbaar te maken en sociale interactie te faciliteren.
  • Overtuigen. Deze strategie is gericht op het veranderen van gedrag van docenten, bijvoorbeeld door het verstrekken van informatie, gewenst gedrag eenvoudiger te maken, docenten herinneren aan het gewenste gedrag, ze aanspreken op hun normen en directe feedback te geven.